Behoud adoptiemogelijkheden uit bepaalde landen. Die oproep doen COC Nederland en Meer dan Gewenst in een brief aan de Tweede Kamer, die op woensdag 9 juni over het adoptiebeleid spreekt.
UPDATE 10 juni:
Mogelijk komt er in het najaar voor bepaalde landen een einde aan de adoptiestop voor kinderen uit het buitenland. Dat zei minister Dekker (Rechtsbescherming) op 9 juni tijdens het adoptiedebat in de Tweede Kamer. Meer dan Gewenst, COC, andere organisaties en Kamerleden hadden daar op aangedrongen.
Minister Dekker laat de situatie in een aantal landen nader onderzoeken. Als uit zijn studie naar voren komt dat er met adopties uit bepaalde landen geen problemen zijn, zouden die misschien in het najaar kunnen worden hervat, beloofde hij de Kamer. ‘Als er brede steun in deze Kamer is dat er goede redenen en garanties zijn om het met bepaalde landen voort te zetten, dan zou dat kunnen,’ zei hij. Hoewel er ernstige problemen zijn met adoptie uit bepaalde landen, bleek uit eerder onderzoek dat in andere landen vrijwel geen misstanden zijn geconstateerd. Tot die landen behoren o.a. Portugal, Zuid-Afrika en de VS, de drie landen waarvandaan paren van gelijk geslacht mogen adopteren.
In februari besloot minister Sander Dekker (Rechtsbescherming, foto bovenaan) om interlandelijke adoptie naar Nederland volledig op te schorten. Hij reageerde daarmee op een rapport van de onderzoekscommissie-Joustra, die bij adoptie vanuit verschillende landen ernstige misstanden constateerde.
COC en Meer dan Gewenst pleiten bij de Kamer voor een gedifferentieerd beleid. Ze stellen voor dat er voorlopig nog wel kinderen geadopteerd mogen worden uit landen waar de onderzoekscommissie vrijwel geen misstanden heeft gevonden en die voldoen aan waarborgen zoals neergelegd in het Haags Adoptieverdrag.
De commissie-Joustra constateerde vooral veel ernstige misstanden bij adoptie vanuit Bangladesh, Brazilië, Colombia, Indonesië en Sri Lanka in de periode 1967-1998. Dat heeft bij veel geadopteerde kinderen geleid tot pijn, boosheid en verdriet.
COC en Meer dan Gewenst vinden het goed dat er aandacht en erkenning komt voor het leed waar een deel van de geadopteerde kinderen, en vaak ook hun biologische- en adoptieouders, mee te maken kreeg. Ook vinden de organisaties het positief dat de regering onderzoekt hoe de interlandelijke adoptieprocedure kan worden verbeterd.
Het rapport van de commissie-Joustra beschrijft ook dat geadopteerde personen zelf gemiddeld gematigd positief zijn over interlandelijke adoptie. Zeventig procent vindt bijvoorbeeld dat interlandelijke adoptie mogelijk moet blijven. Interlandelijke adoptie kan in bepaalde gevallen een wenselijke oplossing in een noodsituatie zijn.
Meer dan Gewenst en COC pleiten daarom voor een gedifferentieerde aanpak, waarbij niet alle gevallen over één kam worden geschoren. Zo zou adoptie uit landen waar vrijwel geen misstanden geconstateerd zijn voorlopig mogelijk moeten blijven. In de drie landen waarvandaan paren van gelijk geslacht mogen adopteren (Portugal, Verenigde Staten, Zuid-Afrika) constateerde de commissie-Joustra bijvoorbeeld vrijwel geen misstanden. Ook zouden landen tenminste moeten voldoen aan waarborgen zoals neergelegd in het Haags Adoptieverdrag.
[Bron: COC NL – Foto minister Dekker: Rijksoverheid.nl]